schijnbaar.nl
Nederlands taalhulpje over het woord “schijnbaar”
Voorbeelden

Voorbeelden van “schijnbaar” in zinnen

Krijg gevoel voor het woord door het te zien in echte zinnen, met een korte uitleg bij elke situatie.

Hieronder vind je een serie voorbeeldzinnen met “schijnbaar”, telkens met een korte uitleg. Zo krijg je gevoel voor het woord.

Voorbeelden met korte uitleg

  1. De vergadering was schijnbaar kort, maar er was uren voorbereiding aan vooraf gegaan.
    → Het lijkt een kleine bijeenkomst, maar er zat veel werk achter.
  2. Hij reageerde schijnbaar rustig, maar van binnen kookte hij van woede.
    → Van buiten oogt hij kalm, maar dat is niet de werkelijkheid.
  3. Het probleem was schijnbaar opgelost, tot het de volgende dag weer terugkwam.
    → Het leek opgelost, maar dat bleek niet zo te zijn.
  4. Zij is schijnbaar verlegen, maar als je haar kent, is ze heel aanwezig.
    → Eerste indruk: verlegen. Werkelijkheid: helemaal niet zo verlegen.
  5. De aanbieding leek schijnbaar goedkoop, maar de kleine lettertjes vertelden wat anders.
    → Op het eerste gezicht goedkoop, in werkelijkheid niet.

Minioefening

Kies in de volgende zinnen tussen schijnbaar en blijkbaar:

  1. Hij is __________ boos, want hij schreeuwt tegen iedereen.
  2. Zij is __________ druk, maar je ziet haar elke dag op het terras zitten.
  3. Het is __________ een goed idee, want de resultaten zijn verbeterd.

Mogelijke antwoorden

  • 1. blijkbaar – zijn gedrag wijst erop dat hij boos is.
  • 2. schijnbaar – ze zegt druk te zijn, maar haar gedrag laat iets anders zien.
  • 3. blijkbaar – uit de resultaten blijkt dat het idee goed is.

Wil je nog meer oefenen? Op Taaltips vind je ideeën om zelf zinnen te maken.